Rechtbank Gelderland | 1 augustus 2013 | ECLI:NL:RBGEL:2013:2614  

Verzoekers, eigenaar van een appartementsrecht, bevestigen een zonnescherm (knikarm) en een windmeter aan hun woning. De VvE besluit dat beide objecten moeten worden verwijderd. Verzoekers dienen hierop een verzoek in bij de kantonrechter, strekkende tot vernietiging van het besluit van de VvE. Het huishoudelijk reglement vereist ten aanzien van het plaatsen van het zonnescherm voorafgaand overleg met bestuur van de VvE. Verzoekers stellen dat dit overleg heeft plaatsgevonden en dat zij om deze reden gerechtigd waren tot het plaatsen van het zonnescherm. Alvorens aan een inhoudelijke beoordeling van het verzoek toe te komen neemt de kantonrechter een procedurele horde.

 Oproeping stemgerechtigden

Ingevolge artikel 5:130 lid 3 BW moeten op een verzoek tot vernietiging niet alleen de verzoeker en de VvE, maar ook alle andere stemgerechtigden bij naam moeten worden opgeroepen om te worden gehoord. Dit is niet gebeurd, alleen al omdat verzoekers noch de VvE bij hun verzoek de volledige namenlijst hebben overgelegd. In dat geval kan oproeping echter achterwege blijven. Bovendien ziet de bepaling uit artikel 5:130 BW in het bijzonder op de situatie waarover artikel 2:15 lid 3 BW gaat, namelijk een situatie waarin een verzoeker meent dat de VvE een verplichting niet is nagekomen, bijvoorbeeld een statutaire bepaling over het oproepen voor een vergadering. Dat is hier niet het geval.

Zonnescherm

De kantonrechter volgt verzoekers niet in dit standpunt voor wat betreft het knikarmzonnescherm. In de ontvangen aanwijzingen is immers uitdrukkelijk en onderstreept opgenomen dat knikarmschermen niet zijn toegestaan. Voor zover verzoekers bedoelen te betogen dat het enkele hebben van overleg voldoende is om schermen te mogen plaatsen, kunnen zij niet worden gevolgd. Immers, waar ingevolge het modelreglement het uitgangspunt is dat een instemmend (mondeling) besluit van de ledenvergadering nodig is, kan in het huishoudelijk reglement wel worden gelezen dat in plaats van een besluit van de ledenvergadering een overleg met het bestuur volstaat, maar niet dat ook na een overleg waarin afwijzend op de aanvraag is gereageerd de aanvrager vrij zou zijn om alsnog het eigen voornemen uit te voeren. Een dergelijk overleg zou immers een wassen neus zijn.

Uit het voorgaande volgt dat niet kan worden vastgesteld dat verzoekers toestemming hebben gekregen van het bestuur dan wel de ledenvergadering voor het aanbrengen van het knikarmscherm.

Windmeter

Ten aanzien van de windmeter oordeelt de kantonrechter dat de VvE geen afdoende verklaring heeft gegeven voor het verschil in behandeling tussen de windmeter van verzoekers en andere, vergelijkbaar kleine, objecten die aan de gevel geplaatst zijn zoals vogelhuisjes.

Conclusie

Het besluit wordt voor zover het de verwijdering van de windmeter betreft vernietigd en blijft voor het overige in stand.

Volledige uitspraak: Rechtbank Gelderland | 1 augustus 2013 | ECLI:NL:RBGEL:2013:2614 

Het Instituut voor Bouwrecht te Den Haag is kennispartner van VvERecht.nl en heeft als doel het op onafhankelijke wijze bevorderen van de wetenschappelijke en praktische beoefening van het bouwrecht, alsmede van de studie van juridische en maatschappelijke vraagstukken en verschijnselen in het algemeen, voor zover die betrekking hebben op of van betekenis kunnen zijn voor de kennis en verdieping van het bouwrecht. Dit doel wordt o.a. nagestreefd door het verrichten van onderzoek en het uitgeven van publicaties.